Meisje in de stad

Meisje, als vlinder naar binnen gevlogen

Bij een vreemde in de stad

Heeft fortuin je zozeer met beloften bedrogen

Dat je de bloemen vergat ?

Je huid geurt nog steeds naar de vredige velden

Naar het koren en het gras

Zelfs het grijs van m’n kamer kan nauwelijks verbergen

Hoe natuurlijk jij eens was

Laat me van je lichaam drinken

Voer me dronken aan je borst

Laat de stad in nevels zinken

Stil mijn honger, les mijn dorst

Je denkt maar aan wat je het liefst zou vergeten

Je kijkt bleek en vermoeid

De ontgoocheling heeft reeds je hoop aangevreten

En je vleugels verschroeid

Ik zie dat je twijfelt of ’t goed was te komen

Je wil liefst gauw terug

Maar de stad weeft haar netten van ijdele dromen

Je ontkomt haar niet zo vlug

Laat me van je lichaam drinken

Voer me dronken aan je borst

Laat de stad in nevels zinken

Stil m’n honger, les m’n dorst

Keer terug naar de ruimten van velden en luchten

Naar je zuiver bestaan

Het brengt je geen rust in beloften te vluchten

Die je vaag werden gedaan

Ook ik ben hier ooit met onrijpe illusies

Van geluk aangeland

En zie me nu met verloren ambities

Op deze kamer gestrand

Laat me van je lichaam drinken

Voer me dronken aan je borst

Laat de stad in nevels zinken

Stil m’n honger, les m’n dorst

Copyright Appelmans – Roel Van Bambost